Afgelopen vrijdag was het nieuws: “PvdA en CDA willen boete voor grote bedrijven die facturen van ondernemers uit het MKB laat betalen”.

Het nieuws werd door vrijwel alle media opgepikt. De NOS citeerde PvdA-kamerlid Monasch: ”Gewoon netjes op tijd je rekeningen betalen. Dat geldt voor grote bedrijven. Iedereen wil toch dat hij zijn loon of inkomen op tijd ontvangt voor gedane arbeid?’. Goed nieuws voor mkb’ers?

Oud nieuws

Het door PvdA en CDA afgegeven geluid is oud nieuws. In het voorjaar van 2015 sprak het CDA zich uit voor bescherming van MKB-ondernemingen tegen wanbetaling van grote klanten. De introductie van een boeterente van circa 8% zou grote klanten als vanzelf moeten bewegen hun schulden te betalen. Vervolgens verstomde het geluid over dit voornemen van het CDA, tot afgelopen vrijdag. In de PvdA is een bondgenoot gevonden om oud nieuws “topic of the day” te maken.

Geen enkele kritische noot

Het door de PvdA en CDA uitgesproken voornemen om de grote klanten van MKB-ondernemingen eens tot de orde te roepen, werd door de media zonder ook maar één kritische noot opgepikt. Dat het CDA het voornemen al een jaar eerder had gelanceerd lijkt de media te zijn ontgaan. En dat het voornemen kant noch wal raakt is evenmin tot de media doorgedrongen. Het leert maar weer eens dat de papegaai in de media niet met uitsterven wordt bedreigd.

Wettelijke maatregelen

Te late betaling van facturen (door grote bedrijven) is niet van afgelopen vrijdag of iets van recente datum. Het is van alle tijden en niet zelden gerelateerd aan economische ontwikkelingen. In de achter ons liggende jaren van crisis en afhakende banken waren ondernemers in het groot-, midden- en kleinbedrijf aangewezen op het oprekken van betalingstermijnen om perioden van liquiditeitskrapte te overbruggen. Het oplopen van betalingstermijnen vroeg om wettelijke maatregelen. Die maatregelen zijn ook getroffen.

De Europese wetgever verlangde van haar lidstaten betalingsachterstanden bij handelstransacties te bestrijden. In Nederland leidde dit rond de eeuwwisseling tot invoering van artikel 6:119a BW. Deze wetsbepaling houdt in dat in business-to-business transacties facturen binnen 30 dagen na factuurdatum moeten worden betaald. Gebeurt dat niet, is de wettelijke handelsrente verschuldigd. De hoogte van de wettelijke handelsrente is thans 8,05%. Sinds de introductie heeft deze rente zich vrijwel constant rond het percentage van 8 bewogen.

Opmerkelijk (nieuws)

PvdA en CDA noemen in hun voorstel een boeterente van 8%. Toeval? Of heeft er toch iemand binnen de gelederen van de PvdA en/of het CDA stilgestaan bij het feit dat er al een wettelijke voorziening bestaat? Als het laatste het geval is - en het ervoor wordt gehouden dat toeval in de politiek niet bestaat -, is het opmerkelijk te moeten vaststellen dat het denken over dit onderwerp kennelijk is opgehouden bij de vraag hoe in het nieuws te komen. Spijtig is het te moeten vaststellen dat politici hun tijd verspillen met het lanceren van zinloze initiatieven. De media hadden kunnen volstaan met de constatering dat er niets nieuws onder de zon was en moeten overgaan tot de orde van de dag.

Algemene voorwaarden

PvdA en CDA gaan niet alleen voorbij aan de al bestaande wettelijke maatregel. Zij gaan er ook aan voorbij dat ondernemers in hun algemene voorwaarden de gevolgen van niet tijdige betaling van facturen regelen. In algemene voorwaarden worden uiteenlopende onderwerpen door de gebruiker van die voorwaarden geregeld. In het merendeel van die voorwaarden komen rentepercentages van tussen de 12 en 18% op jaarbasis
voor.

Ondernemers hebben een initiatief als door de PvdA en CDA niet nodig. Zij kunnen het probleem van te late betaling van facturen zelf regelen en zelfs nog beter dan door deze politieke partijen voorgesteld.

Maatregelen om wanbetaling tegen te gaan

Is de MKB-ondernemer afhankelijk van opdrachten van grote bedrijven, dan is de wettelijke handelsrente geen passende maatregel om betaling af te dwingen. Het gevaar dat de grote klant geen nieuwe opdrachten meer zal verstrekken, besluit veel MKB-ondernemers af te zien van het claimen van de wettelijke handelsrente. Overigens dient te worden bedacht dat de wettelijke handelsrente niet bij wijze van automatisme is
verschuldigd. Maakt de MKB-ondernemer aanspraak op deze vertragingsrente en blijft deze aanspraak onbeantwoord, moet de rechter er aan te pas komen om deze aanspraak gehonoreerd te krijgen. Ook dat vooruitzicht maakt het niet echt aantrekkelijk om wettelijke handelsrente te claimen.

Een goede maatregel om wanbetaling tegen te gaan is het maken van duidelijke betalingsafspraken en over de naleving van die afspraken contact met de opdrachtgever te blijven houden. Houdt de opdrachtgever zich niet aan de gemaakte afspraken, dient onmiddellijk contact opgenomen te worden om uit te vinden wat er aan de hand is. Met smoezen en halve toezeggingen moet geen genoegen worden genomen. Als dat mogelijk is, moet worden vastgehouden aan de naleving van de gemaakte afspraak of moet een nieuwe afspraak worden gemaakt. Teken daarbij aan dat als betaling uitblijft, de tegenprestatie niet meer zal worden geleverd.

Is van het leveren van een tegenprestatie geen sprake meer, dan moet worden beoordeeld of het in stand houden van de commerciële relatie belangrijker is dan het op korte termijn incasseren van openstaande facturen. Is dat het geval en hecht ook de opdrachtgever aan die relatie, leert de praktijk dat een aan de opdrachtgever gerichte sommatie van een advocaat in het merendeel van de gevallen betaling oplevert. Leidt een sommatie niet tot betaling, ligt het aanhangig maken van het betalingsgeschil bij de rechter voor de hand. In dat geval is niet uitgesloten dat de opdrachtgever serieuze betalingsproblemen kent en is het claimen van de wettelijke handelsrente of de overeengekomen rente en buitengerechtelijke incassokosten aan de orde.

Tot slot

Het afgelopen vrijdag verkondigde voornemen leverde PvdA en CDA media-aandacht op. Daar zal het wel bij blijven. Daar moet het ook bij blijven. De wetgever heeft al een voorziening getroffen voor het door PvdA en CDA gesignaleerde probleem.

Het incasseren van vorderingen is de verantwoordelijkheid van de ondernemer. Het maken van betalingsafspraken en het houden van toezicht op de naleving ervan draagt bij aan een goed debiteurenbeleid. Dat kan van initiatieven, zoals afgelopen vrijdag gelanceerd niet worden gezegd.

Sluitstuk op dit debiteurenbeleid is de inschakeling van advocaten die op het terrein van incasso van vorderingen thuis zijn en oog houden voor (het in stand houden van) commerciële relaties.

De incassosectie van Van Veen Advocaten kent opdrachtgevers uit het groot-, midden- en kleinbedrijf en is in het buitengerechtelijk en gerechtelijk incasseren van vorderingen zeer bedreven en succesvol.

Gepubliceerd op 14 juni 2016

Vragen over dit artikel of dit onderwerp?
Gerelateerde artikelen
Deel deze pagina via