De NOW wordt verlengd met een periode van vier maanden, waarbij een tegemoetkoming voor de loonkosten over de periode juni, juli, augustus en september 2020 kan worden aangevraagd.

Werkgevers die te maken hebben met tenminste 20% verwacht omzetverlies, kunnen bij het UWV een tegemoetkoming voor deze periode aanvragen ter hoogte van maximaal 90% van de loonsom, gerelateerd aan het omzetverlies. De omzetdaling wordt vastgesteld over een aaneengesloten periode van vier kalendermaanden in de periode 1 juni 2020 tot en met 30 november 2020. De NOW 2.0 hanteert dezelfde systematiek van tegemoetkoming als de NOW 1.0 (de NOW-regeling over de periode maart tot en met mei 2020), maar bevat ook wijzigingen.

Voor wie is de NOW 2.0?

Iedere werkgever die voldoet aan de voorwaarden (onder andere een verwacht omzetverlies van ten minste 20%) kan een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de loonkosten. Het is dus niet vereist dat de werkgever ook gebruik heeft gemaakt van de NOW 1.0. 

Nieuwe aanvragers moeten een keuze maken of het tijdvak waarover de omzetdaling moet worden vastgesteld start op 1 juni, 1 juli of 1 augustus 2020. Voor werkgevers die ook een beroep op de NOW 1.0 hebben gedaan, geldt dat de omzetperiode moet aansluiten op de periode gekozen bij de aanvraag voor de NOW 1.0.

Vanaf wanneer kan de NOW 2.0 worden aangevraagd?

Een aanvraag voor de NOW 2.0 kan worden ingediend vanaf 6 juli 2020 tot en met 31 augustus 2020. Werkgevers die (ook) de NOW 1.0 hebben aangevraagd kunnen vanaf 7 oktober 2020 de definitieve vaststelling van de NOW 1.0 (de subsidieperiode maart, april, mei 2020) aanvragen. Zij kunnen er ook voor kiezen dit tegelijkertijd te doen met het aanvragen van de definitieve vaststelling van de NOW 2.0 (de subsidieperiode juni, juli, augustus, september 2020) na 15 november 2020.

Wat zijn de gewijzigde voorwaarden voor de NOW 2.0?

  • De referentiemaand voor de loonsom is voor het tweede tijdvak vastgesteld op maart 2020 (peildatum 15 mei);
  • De verplichting om geen ontslag aan te vragen blijft gehandhaafd, maar de korting op de subsidie wordt verlaagd van 150% naar 100%. Dat wil zeggen dat de subsidie gekort wordt met 100% van de loonsom(men) van de werknemer(s) waarvoor bedrijfseconomisch ontslag is aangevraagd.
  • Werkgevers die 20 of meer werknemers willen ontslaan, moeten de vakbonden hierbij betrekken. Gebeurt dit niet, dan kan de werkgever 5% gekort worden op het totale subsidiebedrag.
  • Aan werkgevers wordt in NOW 2.0 de inspanningsverplichting opgelegd om hun werknemers te stimuleren een ontwikkeladvies aan te vragen of scholing te volgen voor behoud van werk;
  • Werkgevers die gebruik maken van de NOW 2.0 en op grond hiervan een subsidie van € 125.000,- of meer, of een voorschot van € 100.000,- of meer ontvangen, mogen over  2020 en tot en met de aandeelhoudersvergadering in 2021 geen dividend aan aandeelhouders uitkeren, geen bonussen aan het bestuur en de directie uitkeren en geen eigen aandelen inkopen.
  • Bij de aanvraag tot definitieve vaststelling van de NOW-subsidie is een accountantsverklaring verplicht voor ondernemingen die een voorschot (80% van het verleende subsidiebedrag) hebben ontvangen van € 100.000,- of meer. Om te voorkomen dat de ondernemer een laag voorschot krijgt, maar bij vaststelling toch een subsidie ontvangt die (veel) hoger is dan € 125.000,-, zonder dat daarbij een accountantsverklaring hoeft te worden overlegd, wordt ook bij een vastgestelde subsidie van € 125.000,- of meer een accountantsverklaring vereist. Voor werkmaatschappijen die als onderdeel van een concern een NOW-subsidie hebben gekregen geldt dit drempelbedrag niet, Zij moeten zich hier altijd aan houden;
  • De opslag op de loonkosten wordt verhoogd van 30% naar 40%.

Houdt de NOW 2.0 rekening met seizoenbedrijven of met een hogere gemiddelde loonsom in de subsidieperiode dan tijdens de referentieperiode?

Bedrijven met een seizoenspatroon worden bij de verlenging van de NOW tegemoetgekomen. Bij de referentiemaand voor de loonsom is gekozen voor maart 2020, in plaats van januari 2020. Deze aanpassing biedt uitkomst voor seizoensbedrijven die tussen januari en maart van dit jaar een toename in personeel hadden.

Voor bedrijven met een seizoenspatroon is ook een oplossing gezocht voor het eerste tijdvak (de NOW 1.0). Daarvoor geldt dat indien de loonsom van maart tot en met mei hoger is dan de loonsom van driemaal januari, bij de definitieve vaststelling van de NOW 1.0 de loonsom van maart 2020 als uitgangspunt wordt genomen. Hiermee gaat het subsidiebedrag voor de werkgever omhoog. Deze nieuwe rekenmethode geldt automatisch voor alle werkgevers met een hogere gemiddelde loonsom in de periode maart tot en met mei 2020 dan in de maand januari 2020.

Wat is het effect van de uitbetaling van een extra periode salaris (zoals een dertiende maand) in de maand maart 2020 op de hoogte van de subsidie?

Onder de NOW 2.0 wordt de subsidie gebaseerd op de loonsom van maart 2020 en vergeleken met de loonsom van juni, juli, augustus en september 2020. Bij de bevoorschotting en de vaststelling van de subsidie – zowel de NOW 1.0 als de NOW 2.0 – zal UWV de loonsommen van de verschillende maanden zo zuiver mogelijk toepassen en vergelijken. Zo worden extra periode salarissen, zoals een dertiende maand, en de uitbetaling van vakantiebijslag uit de loonsommen gehaald. Het uitbetalen van een extra periode salaris heeft daarmee geen effect op de hoogte van de subsidie. Hiermee wordt voorkomen dat werkgevers enkel vanwege de betaling van een extra periode salaris de NOW-subsidie geheel of gedeeltelijk moeten terugbetalen, vanwege een dalende loonsom.

Hoe ver strekt het verbod om bonussen uit te keren?

Het verbod om bonussen uit te keren geldt alleen voor bonussen aan het bestuur en de directie. Het strekt zich niet uit tot het overige personeel dat bij de onderneming werkzaam is en dat mogelijk variabel beloond wordt via bonussen. Dit betekent voor DGA’s/bestuurders en andere directieleden dat zij mogelijk slechts hun basisvergoeding ontvangen of hun gebruikelijk-loonregeling, vanwege het verbod om bonussen uit te keren. Onder bonussen worden zowel winstdelingen als andere bonusbetalingen verstaan. De voorwaarde om geen bonussen en dividend uit te keren wordt onder NOW 1.0 al toegepast bij concerns met minder dan 20% omzetverlies, waarbij één van de werkmaatschappijen die wel aan dit omzetverliescriterium voldoet een beroep op de NOW-regeling wil doen.

Hoe werkt de inspanningsverplichting tot het stimuleren van een ontwikkeladvies en/of scholing?

Bij gebruikmaking van de NOW 2.0 geldt voor werkgevers een inspanningsverplichting om hun werknemers te stimuleren een ontwikkeladvies aan te vragen of scholing te volgen voor behoud van werk. Op het moment dat het werk sterk is verminderd of dreigt te verdwijnen, is er mogelijk ruimte voor oriëntatie op een andere loopbaan en/of scholing richting ander werk. Werkgevers kunnen hun werknemers stimuleren door bijvoorbeeld tijd of middelen, bijvoorbeeld uit O&O-fondsen, beschikbaar te stellen.

Ter ondersteuning stelt het kabinet € 50 miljoen beschikbaar voor een crisispakket ‘NL leert door’. Daarmee kunnen mensen die door de crisis hun werk verloren hebben of dreigen te verliezen zich heroriënteren op baankansen en daarvoor zo nodig (online) scholing volgen. Dit crisispakket heeft een looptijd van juli tot en met december 2020.

Wat gaat er veranderen ten aanzien van bedrijfseconomisch ontslag?

De verplichting voor werkgevers om geen ontslag aan te vragen blijft bestaan, maar de korting op de subsidie wordt verlaagd van 150% naar 100%. Dat wil zeggen dat de subsidie gekort wordt met 100% van de loonsom(men) van de werknemer(s) waarvoor bedrijfseconomisch ontslag is aangevraagd.

Het totale subsidiebedrag, wordt daarnaast verminderd met 5% als de werkgever een melding als bedoeld in de Wet Melding Collectief Ontslag (WMCO) doet én gedurende het subsidietijdvak voor 20 of meer werknemers per werkgebied van de WMCO ontslag om bedrijfseconomische redenen aanvraagt. De werkgever kan de vermindering met 5% voorkomen door met belanghebbende vakbonden (of bij gebreke daarvan een andere vertegenwoordiging van werknemers) een akkoord te bereiken over de ontslagen waar de WMCO melding op ziet. De subsidie wordt tevens niet met 5% verminderd, als deze partijen, nadat het niet gelukt is om een akkoord te bereiken, gezamenlijk mediation aanvragen bij een door de Stichting van de Arbeid in te richten commissie. Aan de werkgever wordt de verplichting opgelegd om ontslagaanvragen niet eerder dan vier weken na de WMCO-melding in te dienen bij UWV. Deze periode kunnen deze partijen gebruiken om tot een akkoord te komen.

Gepubliceerd op 4 juni 2020.

Geüpdatet op 24 juni 2020.