Ondernemen betekent risico's nemen. Vaak gaat dat goed, maar soms gaat dat minder. Als het tegenzit kan de vraag zijn of je niet onverantwoord bezig bent geweest. Zó onverantwoord dat je als bestuurder privé aansprakelijk gesteld kan worden door jouw onderneming, door schuldeisers of door een curator.

Wat moet je volgens recente uitspraken van rechtbank en gerechtshof over bestuurdersaansprakelijkheid in ieder geval niet doen?

  1. Je niet houden aan de statuten van de onderneming…

Die statuten zijn er niet voor niets. Ze zijn er om de onderneming te beschermen. Als je een statutaire bepaling niet volgt, dan is dat een reden voor aansprakelijkheid richting de onderneming (op grond van artikel 2:9 BW). Recent nog veroordeelde de rechtbank Rotterdam een bestuurder die zelfstandig zijn salaris had verhoogd terwijl de statuten voorschreven dat de aandeelhoudersvergadering dat moest doen.

  1. Een overeenkomst aangaan terwijl je weet of behoort te begrijpen dat de onderneming deze niet kan nakomen.

Wanneer je weet dat de overeenkomst schade veroorzaakt bij jouw contractpartij omdat de onderneming niet kan betalen, dan handel je onrechtmatig (op grond van artikel 6:162 BW, de 'Beklamel-norm'). De rechtbank Limburg bepaalde bijvoorbeeld vorig jaar nog dat bestuurders van een vennootschap aansprakelijk waren. Deze bestuurders sloten een aannemingsovereenkomst voor de bouw van een woning, maar gebruikten een aanbetaling voor de aankoop van stenen niet voor het kopen van stenen.

  1. Schuldeisers van je onderneming (bijvoorbeeld jezelf) selectief betalen.

Wanneer jij weet dat jouw betaling aan de ene schuldeiser ervoor zorgt dat de andere schuldeisers niet betaald kunnen worden, terwijl jouw onderneming geen verhaal biedt voor de schade die daar het gevolg van is, dan ben jij aansprakelijk (op grond van artikel 6:162 BW).

In januari van dit jaar veroordeelde de rechtbank Gelderland de bestuurders van een stichting die hun privélening had betaald, terwijl diezelfde stichting in een juridische procedure was verwikkeld met een aannemersbedrijf tot terugbetaling van een flinke vordering.

  1. De jaarrekening van je onderneming niet tijdig deponeren

Wanneer jij de jaarrekening van je onderneming niet binnen één jaar na afloop van het boekjaar bij de Kamer van Koophandel deponeert, ontneem je derden de mogelijkheid tot inzage in de financiële situatie van je onderneming.

In geval van faillissement levert het niet of niet-tijdig publiceren onbehoorlijke taakvervulling op. Volgens de wet (artikel 2:248 lid 2 BW) wordt vermoed dat deze onbehoorlijke taakvervulling de oorzaak is van het faillissement. Je bent dan aansprakelijk voor alle schulden van de onderneming.

Het gerechtshof in Den Bosch veroordeelde op 4 februari 2020 nog een bestuurder tot betaling van het faillissementstekort onder meer omdat de jaarrekening niet tijdig was gedeponeerd.

Heb je vragen over bestuurdersaansprakelijkheid? Bel of mail mij dan gerust. Ik kan je bijstaan.


Vragen over dit artikel of dit onderwerp?
Deel deze pagina via